Classic Camera Collectors Club
Informatieve website van Frank Lakiere

Nepal 2011 : trekking rond de Annapurna


Voor meer foto's over Nepal kan je de fotogalerij bekijken

Voor diegenen die een trekking in het hooggebergte plannen : lees zeker deze belangrijke informatie in verband met HOOGTEZIEKTE.



Inleiding

Tien jaar na onze eerste trekking rond de Annapurna gaan we deze reis nog eens overdoen.
In 2001 was Nepal nog een koninkrijk en er waren rellen met maoistische rebellen.
Nu is Nepal een republiek en de maoisten zitten in de regering. De vraag is maar of dit voor de gewone Nepalees veel verschil maakt. Maar we zullen dit op de trekking toch niet te weten komen. Over politiek of religie wordt er door de Nepalezen niet gesproken met toeristen.
Wat we uit literatuur leren is dat er, zeker rond de Annapurna, heel wat wegen bijgekomen zijn (zogenaamde jeeptrails) en dat dit het niet echt aangenamer maakt voor de trekkers. We zullen het wel ondervinden...


DAG 1 (zat 29 okt- zo 30 okt) : Antwerpen (België) - Kathmandu (Nepal)

Dit wordt een lange dag: eerst met de auto naar Brussel, dan om 18.00 uur een eerste vlucht tot Frankfurt met een Lufthansa Airbus A320. Hier enkele uren wachten op de vlucht naar Delhi met een Boeing 777 van Air India. We gaan aan boord om 21.30u. De vlucht duurt een kleine 8 uur tot Delhi Indira Ghandi Airport.
Hier is het opnieuw wachten op de vlucht naar Kathmandu, die een goed halfuur vertraging heeft. Maar we komen uiteindelijk toch aan in Tribhuvan Airport om 16uur lokale tijd. Dit is 12.30 uur Belgische tijd en dus zijn we nu al een goede 18 uur onderweg.
Na wat administratieve rompslomp voor het visum gaan we eerst geld wisselen en dan de bagage ophalen voordat we uiteindelijk een taxi nemen naar Kathmandu. De ambtenaren van het visumkantoor op het vleigveld krijgen dagelijks stapels formulieren in tweevoud. De dienst is goed bemand maar de ambtenaren lijken niet uit te blinken in efficiëntie of in werklust. We vermoeden dat al deze papieren op een stapel belanden waarna er verder niets meer mee gebeurt.
Parkeerplaats juist buiten Thamel We hebben geen kamer geboekt en we sturen de taxi naar Yellow House in Patnajol, de wijk juist naast Thamel, in de hoop dat er nog plaats is.
Vanaf 5 uur wordt het stilaan duister maar het gebruik van de lichten is hier blijkbaar optioneel of bij veel auto's is de verlichting gewoon defect. Het is nog drukker dan tien jaar geleden en iedereen steekt iedereen voorbij en toetert er lustig op los. Het is een wonder dat er niet meer aanrijdingen gebeuren.
We worden netjes aan de deur van Yellow House afgezet, waar er die avond geen kamers meer vrij zijn. Maar er zijn in dit gebied veel guesthouses en we vinden uiteindelijk logement in het Tibet Peace Guesthouse. De prijs is 10 EUR/nacht en dat is dus ongeveer zoals wat we in 2001 betaalden, al was de kamer dan wel in een luxueuzer hotelletje.
Hierna gaan we nog in het Yellow House het Nepalese nationaal gerecht eten: dal bhat (dal = linzen en bhat = rijst). Dit gerecht bestaat uit rijst + linzensoep + groenten + pikante saus.
We trekken ook nog eens naar Thamel om wat te winkelen. We hebben immers nog een slaapzak nodig en kijken uit voor een warme (tot -20 °C) super dons slaapzak. Maar intussen is het sluitingstijd en we besluiten morgen terug te komen en gaan nu slapen. Het is een lange vermoeiende dag geweest...



DAG 2 (ma 31 okt): Kathmandu
Tibetan Peace Guesthouse Onze kamer in Tibet Peace is dicht bij het terras en bij het restaurant gelegen en zo is er tot rond middernacht wel wat lawaai van andere trekkers. Toch nog goed geslapen tot halfzeven, waarna we ontbijten en dan op stap gaan om de trekking pas te regelen.
De dienst van toerisme en immigratie is sinds 2010 verhuisd en is nu nabij Durbar Square gehuisvest. Maar je hoeft er niet zelf naartoe want nabij Thamel zijn er kleine ondernemers die alles voor de trekkers in orde brengen en dat voor een kleine commissie. Je kan er dan terzelfdertijd ook een bus naar Dumre regelen.
Na de middag gaan we de slaapzak kopen (85 EUR) en we eten nog eens dal bhat op een dakterras. 's Avonds halen we de trekking permit, de TIMS toeristenpas en het busticket op. De bus vertrekt morgenochtend om zeven uur. Dat wordt vroeg opstaan.




DAG 3 (di 1 nov): van Kathmandu naar Besi-Sahar (ongeveer 175 km)

De toeristenbussen vertrekken allemaal in Kantipath, de straat die uitkomt op het vroegere koninklijk paleis en waar de Standard Chartered Bank gelegen is. Dat is een half uurtje stappen van ons hotelletje. We zetten de wekker iets voor zes uur zodat we rustig naar de startplaats kunnen wandelen. Maar voor een vergeten heuptasje moet ik uiteindelijk toch nog een spurtje plaatsen terug naar het hotel.
Onze toeristenbus vertrekt ongeveer op tijd. Het is wel een oudere bus maar toch stukken beter dan de publieke bussen. De weg die we volgen is de Prithvi Highway van Kathmandu naar Pokhara. Dit is een van de belangrijkste wegen van Nepal, al is hij uiteindelijk tamelijk smal weg met maar twee rijvakken. Het eerste uur is het filerijden om uit Kathmandu weg te raken en ook daarna gaat het niet echt vlotjes. Om tien uur stopt de bus voor een plaspauze en ontbijt. We komen iets na de middag in Dumre aan na viereneenhalf uur in de bus. Voor 135 km is dat dus een gemiddelde van zo'n dertig kilometer per uur.
Bus in Dumre Alle toeristenbussen rijden van Dumre verder naar Pokhara. Om in Besi Sahar te raken moeten we dus ander vervoer zoeken. We vinden een ietwat bejaard vehikel en na wat gepalaver komen we een prijs overeen van 300 NRS per persoon. Er wordt ons beloofd dat de bus over een kwartier zal vertrekken. Een half uur later komt een 'verantwoordelijke' met de mededeling dat de bus uiteindelijk pas twee uur later zal vertrekken. Hij heeft echter wel vervanging indien we gehaast zijn. Zo komen we terecht in een kleiner en nog ouder busje waar we de achterbank in beslag nemen.
Maar ook nu wordt het vertrek steeds maar uitgesteld, tot ik het wachten beu ben en de begeleider met aandrang tot vertrekken aanmaan. Uiteindelijk raken we zo toch weg maar het gaat traag vooruit. Er worden onderweg nogal wat passagiers en bagage op- en afgeladen. Naarmate we Besi Sahar naderen is de weg in steeds slechtere staat. Zo bereiken we Besi Sahar pas om halfvijf na een rit van 3 uur vanaf Dumre. Dit is dus voor dit traject van 42 km een gemiddelde snelheid van nog geen 15 km/u !!
Ons plan was om nog te voet verder te trekken tot Bhulbule maar daarvoor is het nu te laat en we overnachten in Hotel Tukuche Peak. Een kamer zonder bad kost 300 NRS. (100 Nepalese roepies is ongeveer 1 EUR)
Tijdens de busreis is er een van onze wandelstokken 'verloren' gegaan. Het wordt nog een hele zoektocht om een vervanging te vinden want hoewel er veel winkeltjes zijn met allerlei trekkersspullen is er uiteindelijk maar één die enkele wandelstokken in voorraad heeft. We hebben er graag 500 NRS voor over!
's Avonds regent het lichtjes maar dat was ook zo in 2001 en daaarna hadden we enkele weken schitterend weer. We hopen dat het ook nu zo wordt.



DAG 4 (woe 2 nov): van Besi-Sahar (760 m) naar Bahundanda (1260 m)

Besi Sahar Opstaan om zes uur en om halfzeven op stap. We hebben nog een kilometer of zo te gaan tot het einde van de weg. Daar is ook de eerste controlepost. Van hier is de weg naar Khudi en verder naar Bhulbule wel bereidbaar maar dan toch enkel met jeeps en vrachtwagens. De bussen die hier rijden hebben dan ook een onderstel van een camion.
We bereiken Bhulbule na twee uur stappen en de controlepost daar markeert het begin van de ACAP (Annapurna Conservation Area Project).

De weg gaat redelijk vlak en stijgend tot Ngadi waar we om halftwaalf stoppen voor het middageten. Er zijn hier een tiental restaurantjes en wij kiezen voor Suranj Hotel omdat de vrouw vriendelijk is en niet opdringerig. Het 'hotel' ziet er ook proper uit. Een uurtje later zijn we uitgerust en voorzien van voldoende calorieën om de klim naar Bahundanda aan te vatten.
weg naar bahundanda Eerst wandelen we op een vlakke weg tussen rijstvelden om dan plots rechtsaf te slaan en daar begint de klim. De weg is eerst redelijk breed en lijkt wel met een bulldozer gelijkgemaakt. Het is niet echt een gezellig wandelpaadje in het groen, maar het klimmen gaat wel vlot. Hogerop zijn er stukken waar de oude wandelweg behouden is en daar is het wat lastiger.
Onderweg komt er een groep haastig de helling af met een draagberrie door 4 mannen gedragen. Hierop ligt een duidelijk zwangere vrouw die blijkbaar dringend voor de bevalling naar beneden gebracht wordt.
Juist voor Bahundanda is er nog een nijdig klimmetje maar we komen uiteindelijk op de top om halfdrie. De boom met de rustplaats voor de dragers is er nog en ook Swiss Alpen hotel, alleen is het wat meer versleten. De huidige uitbater is wel vriendelijk en hij blijkt de broer te zijn van de uitbaatster van 10 jaar geleden. De kamers zijn goedkoop aan 50 NRS per persoon.
Avondeten is pas om zes uur dus hebben we nog tijd om door Bahundanada te wandelen. Enkele kinderen leiden ons naar de school waar we een rondleiding krijgen van de directeur. Die heeft blijkbaar de kinderen aangeraden om trekkers naar de school te verwijzen teneinde zo eventueel enkele roepies steun te kunnen krijgen. De school heeft 400 leerlingen van 6 tot 16 jaar en er zijn 12 klassen en een bibliotheek. De klaslokalen zijn proper maar zeer sober : een soort hangar met een dak van golfplaten. Er is geen verwarming voor de wintermaanden. Een van de grotere klassen heeft 51 leerlingen.

Bahundanda Wat opvalt is dat er zo weinig trekkers in Bahundanda overnachten. Dit is zeer waarschijnlijk door de invloed van Lonely Planet. Immers in de Lonely Planet 2001 was de trekking beschreven met startplaats Besi Sahar en als eerste overnachtingsplaats Bahundanda. Door de aanleg van de jeeptrail geeft Lonely Planet 2011 nu Bhulbule aan als startplaats en de eerste overnachtingsplaats wordt Ngadi. Aangezien het merendeel van de trekkers volledig de aanduidingen van Lonely Planet volgen is dit een ramp voor Bahundanda. Er blijft maar weinig over van het levendige plaatsje van weleer. Het omgekeerde is dan waar voor Ngadi waar nu heel wat nieuwe lodges gebouwd worden.
Het avondeten is niet echt denderend maar de uitbater komt ons daarna nog wat entertainen met kaarttrucs. Met een biertje erbij is het wel gezellig en wanneer een truc ook voor de tweede keer mislukt roept hij uit : "God is angry". Na een warme douche gaan we rond 10 uur slapen.



DAG 5 (do 3 nov): van Bahundanda (1260 m) naar Chamje (1410 m)

Afdaling na Bahundanda Ontbijt om 7 uur en na de steile afdaling komen we in Kanigaon waar we voor het eerst verwelkomd worden door een poort met vlagjes, een "chorten". Dit wijst erop dat we vanaf hier in boedhistisch gebied komen. Bahundanda is inderdaad het laatste hindoestadje. Vanaf hier en verder naar het noorden komen we in Boedhistisch gebied. De schewidingslijn tussen deze 2 bevolkingsgroepen is hier even duidelijk als de taalgrens in België.
Na anderhalf uur stappen komen we aan in Ghermu. We drinken hier thee en gaan dan verder naar Syangy waar we de rivier oversteken via een lange hangbrug. Vandaar is er een stoffige aangelegde jeeptrail tot Jagat waar we tegen de middag aankomen. We eten er in North Face River View hotel. In Jagat zien we wel enkele ezels maar het zijn toch vooral jeeps die de dienst uitmaken.
Een kilometer buiten Jagat is er dan gelukkig een wegwijzer naar de oude wandelroute tot Chamje. We verlaten de ongezellige jeeptrail en zijn blij dat we hier op de hogergelegen wandelweg rustig kunnen lopen. Het is wel iets lastiger maar het is er ook zo veel mooier. Het is meteen duidelijk dat deze route nu veel minder gebruikt wordt. We ontmoeten geen enkele ezelskaravaan en heel weinig dragers. Ook zijn er verschillende huizen die vroeger restaurants of lodges waren en die nu gesloten zijn. Sommige zijn zelfs helemaal vervallen.
In Chamje zijn er nog wel hotelletjes. Het is ondertussen halfdrie en te laat om nog verder naar Tal te trekken. Dus blijven we logeren in het Tibetan hotel (50 NRS/kamer). Wanneer we de kamers gaan bekijken zien we dat we hier toevallig 10 jaar geleden ook al gelogeerd hebben.



DAG 6 (vrij 4 nov): van Chamje (1410 m) naar Bagarchhap (2160 m)


Tibetan hotel in Chamje Het blijft nevelig en bewolkt en zo hebben we tot nog toe geen mooie vergezichten van de Annapurna of van de Manaslu gezien. Dat is toch een beetje een tegenslag. Maar anderzijds zijn we blij dat het niet regent en de temperatuur is aangenaam om te stappen.
We vertrekken om halfacht en direct na Chamje is er een redelijk pittige klim. Hier strromt de Marsiyangdi in een diepe kloof en de bergrivier zoekt met groot lawaai en schuimend van woede tussen de enorme rotsblokken een weg naar beneden.
Het is verderop nog een steile klim naar de chorten van Tal maar wanneer je door de poort stapt heb je plots uitzicht op een brede vallei met naast de rivier een zandstrand.
Rond tien uur stoppen we voor een theepauze en gaan dan verder over een licht golvend terrein. Het weer blijft mistig en winderig en rond de middag stoppen we in Sidaldanda. Dit is geen dorp maar een stopplaats tussen Tal en Karte. Er is alleen een primitief restaurant in een bocht van de weg. Wanneer we vragen naar het toilet kijkt de uitbater alsof hij het in Kathmandu hoort donderen en dan wijst hij met een weids gebaar naar de natuur rondom zijn etablissement.
Na Sidaldanda gaat de weg constant omhoog maar zonder echt steile stukken. We passeren Karte en zien daar een drager met op zijn rug een soort draagstoel waarin een man weggedoken zit.
In Dharapani is er een ACAP controlepost en in de nabije weide is het feest. Onder een grote tent is er een podium en wordt er gedanst en gevierd omdat het internationaal toeristisch jaar in 2011 aan Nepal gewijd is. En iedereen feest mee. We zien zelfs een hond met een soort kerstboomslinger als halsband. Een grappig gezicht.
We worden vriendelijk uitgenodigd om mee te vieren maar we willen verder naar Bagarcchap. Dus bedanken we voor de uitnodiging en zeggen dat we er echt geen tijd voor hebben. Daar moeten de Nepalezen hartelijk om lachen en misschien hebben ze wel gelijk. We zijn immers met vakantie en wat kun je dan beter doen dan meevieren als er feest is? Maar we gaan dus door en na een gemakkelijke klim komen we om halfvier in Bagarcchap aan. We logeren er in Pisang Guest House en we hebben de indruk dat we ook hier in 2001 hebben verbleven. We zijn er niet zeker van maar eenmaal terug thuis kijk ik het na en dat was inderdaad ook onze slaapplaats in 2001.




DAG 7 (zat 5 nov): van Bagarchhap (2160 m) naar Chame (2713 m)

Na het ontbijt gaan we op stap richting Danaque. Hier worden er heel wat nieuwe grote hotels gebouwd. Waarschijnlijk hopen ze dat hier de toeristen met jeeps en misschien zelfs met bussen zullen afgeleverd worden wanneer de jeeptrail volledig afgewerkt is.
Nu en dan komt er een opening in de bewolking en zo kunnen we eindelijk eventjes de besneeuwde top van Annapurna II zien.
Na een half uur vlakke weg gaat het 45 minuten nogal steil omhoog. Daarna komt er eventjes een vlak stuk en dan weer een steile klim tot Timang (2620m). We zijn nu een kleine twee uur onderweg en het is tijd voor een theepauze. De zon komt er nog eens door maar dat zonnig intermezzo is jammer genoeg maar van korte duur.
Koto - gebedsmolen Tot onze eigen verbazing blijken we de tijdstabel zoals opgegeven in Lonely Planet redelijk goed te volgen. Andere gegevens in Lonely Planet zijn dan weer niet echt up-to-date. Zo wordt er vermeld dat Timang 2 hotelletjes heeft, maar dat zijn er nu zeker al een stuk of zes en er zijn er nog verschillende in opbouw. Na Timang is het eerst een uurt dalen tot een brug over de Marsiyangdi en dan gaat het weer steil omhoog tot Thanchowk , een typisch gebleven dorpje met een echt Tibetaans uitzicht. Daarna is het rustig wandelen tot Koto waar we tegen de middag aankomen. Onderweg heben we geluk dat we een een familie apen ontmoeten. Het zijn grijze langoeren. Ze worden ook wel berghoelman of Nepalese hoelman genoemd. Het zijn redelijk grote apen met witte haren rond hun aangezicht. Deze apen leven in bossen in een strook van Kasjmir in Indie over Nepal tot Bhutan. We hebben geluk want ze worden niet zo vaak gezien. Ze zijn veel zeldzamer dan de resusapen.
De zon komt nu en dan eens piepen en we zien de top van Annapurna II.
In Koto is er een ACAP kontrolepost en we besluiten daar te eten op een zonnig terrasje. Maar dan is de zon plots weer weg en steekt de wind op, zodat we het restaurant binnen vluchten. De rest van de dag is het rustig stappen over een licht stijgende weg naar Chame waar we rond twee uur aankomen. We logeren in het Trekking Holiday hotel. 's Avonds is er de gezellige warmte van een grote ijzeren kachel en we proeven er ook van de lokale appelwijn. Dit brouwsel smaakt niet naar wijn en ook niet naar appel. Het is zeker geen aanrader.



DAG 8 (zo 6 nov): van Chame (2713 m) naar Dhukur Pokhari (3240 m)

hoge weg via Upper Pisang Deze nacht heb ik heel slecht geslapen en ben vroeg wakker. De zon is nog altijd niet van de partij en dus nemen we rustig onze tijd voor het ontbijt. We halen drinkwater bij een Safe Water Station en uiteindelijk gaan we pas tegen 10 uur op stap over een vlakke maar licht stijgende weg. Na twee uur wandelen bereiken we Brathang en is het tijd voor wat rust en een kopje thee.
Om halftwaalf vertrekken we met bestemming Pisang. We naderen de 300 meter en ondervinden algauw dat in de Himalaya de bergen de wet stellen. We zijn allemaal niet echt in vorm en er zijn symptomen die wijzen op een begin van hoogteziekte: lichte hoofdpijn, misselijkheid, weinig eetlust en gebrek aan energie. Daarom gaan we niet verder naar Pisang maar stoppen rond halftwee in Dhukure Pokhari.
Ons groepje van 4 gaat hier even uiteen want de twee jongste deelnemers willen morgen de moeilijkere hoge weg naar Manang nemen en trekken daarom nog even verder richting Upper Pisang.
De 2 "oudjes" blijven hier en duiken direkt de slaapzak in, rusten wat en hopen dat het morgen wat beter gesteld is met de gezondheid.
We spreken af dat we elkaar om 4 uur morgennamiddag weer treffen bij het postkantoor in Manang.
's Avonds blijven we nog bij de kachel wat opwarmen bij een kop noedelsoep.



DAG 9 (ma 7 nov): van Dhukur Pokhari (3240 m) naar Manang (3530 m)

Goed geslapen al moet ik even op rond 2 uur. Tot mijn verbazing zie ik een heldere sterrenhemel! Zou het dan toch nog mooi weer worden?
's Morgens krijgen we inderdaad een blauwe hemel en zonovergoten bergen. Eindelijk zien we de Annapurna en Pisang Peak in volle glorie.

We vertrekken om 8.15u en komen na een uurtje vlakke wandeling over een breed stoffig pad in Lower Pisang aan. De weg blijft wat op en neer golven tot Humde, waar het vliegveld is.
Tot nu toe liep de weg de hele dag door dennenbossen maar hier bereiken we duidelijk de boomgrens. We lopen Humde door tot bij het Julu Peak Guesthouse waar we thee drinken en wat eten. De volle zon doet ons echt goed. We zetten eindelijk onze zonnebril op en bedenken dat we in Manang zonnecrème zullen moeten kopen.
Na de middag is het terrein redelijk vlak maar we moeten nu wel tegen de wind opboksen. Even voor Braga komen de trekkers die de hoge weg via Upper Pisang gevolgd zijn ook op de lage weg terecht. Na Braga zien we in de verte op een hoogte Manang liggen. Nog een kleine klim en dan komen we in de hoofdstraat van Manang, dat er met de houten huizen aan weerszijden van de brede stoffige straat nog altijd uitziet als een stadje uit een cowboyfilm. Maar dat zal in de nabije toekomst veranderen want er zijn enkele grote hotels in aanbouw.
In Manang blijven de trekkers minstens een extra dag acclimatiseren en dus is het er meestal nogal druk. Het duurt even voor we kamers vinden. Uiteindelijk gaan we logeren in een "cottage" in Mavis Guesthouse. We hebben een soort tuinhuisje met verderop in de tuin hokjes voor de WC en voor de douche (100 NRS/kamer). De warmwatervoorziening is defect en dus krijgen we een zogenaamde 'bucket douche'. De emmer warm water kunnen we in de keuken bestellen.
Voor het avondeten is het restaurant goed bezet. Op een spandoek wordt aangegeven dat Mavis een van de beste keukens heeft van de ganse trek. Dat is duidelijk overdreven. Het eten is wel lekker maar niet uitzonderlijk goed. We blijven na het eten nog wat rond de kachel genieten van de warmte en van een biertje.




DAG 10 (di 8 nov): RUSTDAG te Manang (3530 m)

Het is al vroeg zonnig maar op deze hoogte zijn de nachten al erg koud. De nachtvorst zorgt ervoor dat onze was stijf bevroren aan de waslijn hangt. Van ons gezelschap heeft de helft lichte symptomen van hoogteziekte en zelf heb ik ook minder eetlust dan gewoonlijk.
Vandaag is een rustdag om te acclimatiseren. Dus gaan we gewoon wat wandelen en winkelen. We kopen beschermende zonnecrème, een zonnebril met heel donkere glazen, toiletpapier, een pet, een sjaaltje, een gebakje,...
Om drie uur is er in het gezondheidscentrum een spreekbeurt met uitleg over hoogteziekte (Acute Mountain Sickness of AMS). Een dokter geeft uitleg over AMS, over wat je in het hoogebergte moet doen en laten en hoe je Diamox kan gebruiken om het acclimatiseren te bespoedigen. Na de spreekbeurt gaan we vlug naar de verwarmde eetzaal van Mavis om onze hydratatie op peil te brengen met een grote pot warme citroendrank.



DAG 11 (woe 9 nov): 2de rustdag in Manang
Deze nacht redelijk goed geslapen, al moeten we allemaal meerdere malen per nacht op om te plassen. Het is geen pretje om uit de warme slaapzak in de nachtelijke kou naar het toilet te gaan. Anderzijds wijst dit erop dat het met de acclimatisatie de goede kant op gaat.
Tijdens het ontbijt hebben we nog een gesprek met mevrouw Mavis. Ze zegt dat er in Manang wel 12 verschillende soorten aardappelen verbouwd worden. Sommige soorten smaken een beetje zoet. Dat is waarschijnlijk omdat de planten suikers aanmaken als bescherming tegen bevriezen. Ze vertelt ook dat er in de dal bhat nu veel minder linzen geserveerd worden omdat de prijs van linzen in de laatste twee jaar vertienvoudigd is. In de dal bhat die voor de Nepalese dragers gekookt wordt wordt de linzensoep nu zelfs weggelaten en vervangen door aardappelsoep.

Voor ons middageten trekken we naar de German Bakery niet ver van de inkom van Manang. Er is een ruime keuze uit gebak, zelfs Zwarte Woud taart. Ik kies de chocoladecake met chocaladeboterroom. Heel lekker! De appelcake en de appelcrumble blijken niet zo'n succes. Vanmiddag gaan we een rustige wandeling maken in de richting van het Gangapurna meer juist buiten Manang. Dit meer is pas een 50 jaar geleden gevormd door het verder afsmelten van de Gangapurna gletsjer.
Onze jonge compagnons hebben blijkbaar toch energie over en zij gaan wat verder naar een uitkijkpunt over de Marsiyangdi en dan nog eens langs de andere kant tot bij de gompa die je vanaf Manang hoger tegen de berg kan zien.
Terug in ons tuinhuisje nemen we een lekker warme emmerdouche en gaan dan naar het gezondheidscentrum om het zuurstofgehalte in ons bloed te laten meten. H. heeft 95% saturatie en 80 hartslag. Bij mij is het 92% saturatie en een hartslag van 62. We zijn dus allebei klaar om de tocht voort te zetten, al heeft H. nog lichte hoofdpijn.



DAG 12 (do 10 nov): Manang - Letdar (4200 m)

De afrekening in Mavis Guesthouse bedraagt 5770 NRS, zeer goedkoop naar Europese normen.
Negen uur 's morgens is voor veel trekkers het sein om te vertrekken. Het is druk en we worden ingehaald door jonge stoere binken, maar we halen zelf ook groepjes in die even blijven staan om het landschap te bewonderen.
De wandelweg gaat redelijk steil omhoog en de invloed van de hoogte wordt al snel duidelijk. Onze ademhaling kan niet echt mee en ons hart slaat sneller dan gewoonlijk. Maar we forceren niets en komen na 2 uur klimmen in Gunsang waar we een goed halfuur uitrusten bij een pot gemberthee in het Westchulu Guesthouse. We zitten er in een tuintje in de zon. Er zijn veel bloemen maar doordat er de vorige week nogal wat sneeuw gevallen is zijn ze bevroren en de meeste hangen er wat verslenst bij.
Het is hierna een uurtje vlak wandelen tot Yak Kharka. Het uitzicht wordt beheerst door de toppen van Annapurna III en van de Gangapurna achter ons en de droge dorre vlakte voor ons.
In Yak Kharka stoppen we om te eten. Het is van hier nog een klein uur met eerst een stevige klim tot 4200 meter en daarna licht golvend terrein tot de brug naar Letdar, waar we stoppen bij het Snowland Hotel. Het is er druk en wat kamers betreft is er niet veel keuze meer. Maar wat we uiteindelijk kunnen krijgen is wel heel erg basic! De kamer heeft geen elektrisch licht, de bezetting bladdert van de muren, de ramen kunnen niet open en de deur sluit niet goed. De vloer is in geen weken geveegd en de dekens op de britsen zijn in geen maanden of zelfs jaren gewassen. We voelen ons een beetje zoals Jozef en Maria in de stal, maar dan zonder de os en de ezel.
Maar de eetzaal is een serre waarop de zon schijnt en dus is het hier heerlijk warm en het avondeten is O.K.



DAG 13 (vr 11 nov): Letdar- Thorung High Camp (4850 m)

Ondanks het miserabel decor hebben we goed geslapen en we zijn om halfzeven klaarwakker. Zoals gewoonlijk is het lang wachten op het ontbijt zodat we uiteindelijk pas tegen negen uur vertrekken.
Eerst gaat de weg een tijdje constant omhoog zonder dat het echt steil wordt en toch is dat op deze hoogte lastig. Later wordt het terrein vlakker met nu en dan een korte klim en na een uur komen we aan een brug over de Marsiyangdi. Hier moeten we kiezen. We kunnen de weg rechts blijven volgen. Dit deden we in 2001, omdat de overkant toen afgesloten was wegens grote landverschuivingen. Een Nepalese gids zegt ons dat de rechterkant lastig en gevaarlijk is. Hij geeft ons de raad om de brug over te gaan en de weg te nemen over de Landslide Area.
We volgen die goede raad op en via de linkerkant van de Marsiyangdi komen we na wat klimmetjes en veel vlakke stukken iets voor de middag in Thorung Phedi aan. Dit is Lower Base Camp op 4450 meter en het is er zalig rusten in de zon. We drinken thee, eten een gebakje of noedelsoep en gaan dan op weg naar High Base Camp. Dit is nog een klim van 400 meter en we doen daar anderhalf uur over.
High Base Camp heeft geen aparte slaapkamers. Wel kunnen we terecht op een slaapzaaltje van 6 man waar we gezelschap van krijgen een Pool. Het is een vriendelijke gast maar hij spreekt enkel pools en een heel klein beetje engels. Vanuit de kamer hebben we uitzicht op de bergtoppen, waaronder Annapurna III. Halverwege de namiddag verschijnen er rond die top meer en meer wolken en volgens een van de gidsen is dit een teken dat het binnen enkele dagen zal gaan sneeuwen. Gelukkig is het pad naar de Thorung La pas momenteel sneeuwvrij.
In de volle zon en beschut tegen de muur is het nog redelijk warm, maar eens dat de zon achter de bergen verdwijnt wordt het echt koud, vooral ook omdat er wat wind opsteekt. De eetzaal heeft geen verwarming en dus drinken we warme thee. Iedereen eet al rond halfzes en tegen zes uur kruipen we in onze slaapzak. Ik word 's nachts al wakker om 1 uur met daarna nog enkele korte dutjes.



DAG 14 (zat 12 nov): Thorung High Camp - Muktinath (3800 m)

Rond halfvijf staan we al op, pakken alles in en gaan ontbijten. Het is nog donker maar er zijn er al heel wat die al vertrekken om voor de zonsopgang op de pas te zijn. Wij doen het kalmer aan en gaan met het ochtendgloren op stap. Eerst is het nog 570 meter klimmen en daarna volgt een daling van 1620 meter tot Muktinath. Het is heel koud maar er staat gelukkig niet veel wind. Het is lastig klimmen maar we komen goed vooruit. Het gaat voor mij precies gemakkelijker dan 10 jaar geleden. Ik heb minder last van ademnood, waarschijnlijk door het juiste gebruik van Diamox.
We bereiken de pas op 5416 meter rond halfnegen, nemen vlug enkele foto's en beginnen dan aan de lange afdaling. Rond de middag komen we aan bij enkele hotelletjes. In 2001 stond hier één enkel eenzaam restaurantje. Sindsdien is er vanuit Muktinath een jeeptrail aangelegd tot op deze hoogte. Blijkbaar zijn er nu toeristen die vanuit Muktinath met een jeep tot hier gebracht worden. Ze overnachten dan in een van deze hotelletjes en gaan daarna tot aan de pas, waarna ze terugkeren.
Wij blijven rusten in de zon en eten noedelsoep. Iedereen die symptomen had van hoogteziekte is ondertussen volledig opgekikkerd.
De rest van de namiddag is het dalen en dalen en dalen... We worden onderweg nog voorbijgestoken door een paar mountainbikers die spectaculair de berg af fietsen. We gaan uiteindelijk over een hangbrug en komen zo aan een bergwand die volledig volhangt met slierten gebedsvlaggetjes. Iets verderop zien we het ommuurde tempelcomplex van Muktinath, dat zeer belangrijk is voor zowel hindoes als boedhisten. We kijken eens over de muur naar binnen en het ziet er helemaal anders uit dan 10 jaar geleden. Toen raakte je daar bijna verstrikt in de gebedsvlaggetjes. We zien nu weinig vlaggetjes binnen de muren, maar de bedevaarders hebben ze dan maar in overvloed op de nabije bergwand aangebracht. We besluiten eerst in Muktinath een slaapplaats te zoeken en dan terug te komen naar de tempels.
Het stadje is in 10 jaar onherkenbaar veranderd. Het is uitgebreid met heel veel nieuwe gebouwen en er zijn veel hotels in aanbouw. Enkele GSM masten maken het zicht op de omliggende bergen niet bepaald mooier. Wij nemen onze intrek in hotel Kailash (100 NRS/pp) dat we kiezen omdat er op de eerste verdieping een terrasje is op het zuiden. Het valt op dat deze kant van Nepal veel en veel welvarender is dan aan de andere kant van de pas. De huizen en hotelletjes zijn in veel betere staat en er zijn stopkontakten in de kamers. Je moet hier niet meer extra betalen om batterijen van je fototoestel op te laden. Maar ook de bedden en de eetzaal zijn beduidend properder.
We nemen eerst een douche, dan een lekker biertje (San Miguel) in de zon en daarna wandelen we op ons gemak naar de tempel, waar we wat rondkuieren. Er zijn hier tempels voor Krisna en voor Boedha. En natuurlijk is er de tempel met de grot waar de 4 elementen (aarde, lucht, water en vuur) samen voorkomen. Maar terwijl we nog overleggen of we al of niet binnengaan wordt de vergulde poort gesloten. Het zal voor een volgende keer zijn.
's Avonds eten we in de eetkamer van Kailash hotel met als verwarming vuurpotten onder tafel.



DAG 15 (zo 13 nov): Muktinath - Kagbeni (2840 m)

Vandaag gaan we nog maar eens 1000 meter dalen! Na het ontbijt loop ik nog eens vlug naar het oude gedeelte van Muktinath om er enkele foto's te nemen. Van de start van de ezelskaravanen in de vroege morgen is niets meer over. Alle vervoer van materialen gebeurt nu met vrachtwagens.
Pas om 11 uur gaan we naar de controlepost en dan verder richting Jarkot. De oude wandelweg naar Kagbeni is hier volledig vervangen door een brede jeeptrail. Er rijden heel wat moto's, vrachtwagens en ook nu en dan een jeep met passagiers. Niet alleen buitenlandse toeristen, maar ook Nepalezen maken gebruik van dit snelle vervoer.
Rond halfeen stoppen we in Kinghar. Het duurt wel heel lang voordat het eten op tafel komt en het is bijna 2 uur voor we verder trekken.
Intussen is de zon meer en meer gesluierd en er steekt de wind op. Dat zorgt voor een frisse namiddag maar we houden een stevig tempo aan en dat houdt ons warm. Het landschap in de Jhong vallei voorbij Kinghar is niet erg interessant: geen populieren of andere bomen meer, alleen lage heesters en aan de overzijde van de vallei zijn er hoge zandkleurige bergen, groots maar eentonig. In deze bergwand kun je wel heel wat gaten zien. Dit zijn oude grotten die zo'n 2700 jaar geleden bewoond werden door een hoogontwikkeld volk. Sommige grotten zijn met elkaar verbonden door inwendige trappen tot 9 verdiepingen hoog. In meer recente tijden zijn de grotten gebruikt voor religieuze retraites door lama's.
Wat verder zien we in de diepte de brede vlakte waar de Jhong vallei samenkomt met de Kali Ghandaki en daar middenin ligt het stadje Kagbeni. Dit is de meest noordelijke plaats van de Annapurna trekking. Vanuit Kagbeni heb je de mogelijkheid om via CChusang naar de hoofdstad van Mustang, Lo Manthang, te trekken. Het verboden koninkrijk, zoals Lo ook wel genoemd wordt, laat pas sinds 1962 toeristen binnen, maar dan wel onder strikt toezicht. Er is een speciale restricted area permit nodig en die is niet goedkoop. De speciale pas geldt voor slechts 10 dagen en in 2010 kostte die 500 dollar. De pas is ook alleen verkrijgbaar via trekking agentschappen.
Het is al vier uur en we gaan logeren in het eerste hotel dat we tegenkomen: Dragon hotel. Dit is redelijk nieuw maar toch zijn er al tekenen van sleet, vooral deurklinken, sloten en natuurlijk het sanitair. Alles werkt wel maar een groot onderhoud met vervanging van kapotte onderdelen is nodig. Alleen is dat in Nepal niet gebruikelijk.
De vroegere inkomhal wordt nu door de uitbater gebruikt als leefruimte, met tapijten op de vloer, enkele zetels en natuurlijk de televisie. Er is ook een computer maar internet werkt momenteel niet.
In afwachting van het avondeten mogen we in de living TV kijken. Er is van alles te zien wat ons bekend voorkomt: zo is er een Indsche soap die volgens ons kan concurreren met de Belgische serie "Thuis" al is er bij de Indische acteurs sprake van lachwekkend veel overacting. Er is op een andere post ook de Aziatische versie van het kookprogramma "Masterchef". Je zou voor minder de TV uitzetten...
Er is enige hilariteit wanneer plots aan de overkant van de living vanonder een kast een muisje te voorschijn komt. Het kijkt even rond en rent dan rap richting keuken.
In de eetplaats van Dragon hotel is er geen verwarming, maar de bediening is heel vriendelijk en het eten is lekker.



DAG 16 (ma 14 nov): Kagbeni - Marfa (2680 m)

Eindelijk nog eens in een echt bed geslapen maar toch worden we vroeg wakker met pijnlijke benen. In twee dagen 600 meter klimmen en 2000 meter dalen laat echt wel sporen na.
Maar we kunnen niet bij de pakken blijven zitten. We staan op om halfzeven want we willen vroeg op pad omdat de Kali Ghandaki vallei berucht is voor de sterke wind die vanaf elf uur door de vallei raast. Het is een soort super Mistral in de diepe vallei tussen het massief van de Dhaulagiri en het massief van de Annapurna.
Het ontbijt klaarmaken duurt weer redelijk lang en zo kunnen we pas om halfnegen op stap op de jeeptrail. Na een uurtje stappen kunnen we eindelijk afdalen in de Kali Ghandaki. Hier komen ook regelmatig moto's en jeeps voorbij. Tegen tien uur komt de wind opzetten. Eerst is het nog een zwakke bries maar toch is het direct veel kouder.
Om elf uur bereiken we oud Jomson. Er is hier een eindstation voor de jeeps en wat verder is de lodge waar Jimmy Hendrix ooit verbleven heeft. Je kunt daar zelfs nog in die zelfde kamer overnachten.
Maar wij gaan verder en trekken over de hangbrug naar de andere oever en naar het nieuw stadsgedeelte. Hier is de kazerne, het vliegveld, de ACAP controlepost en heel wat restaurantjes en enkele banken. Er is zelfs een geldautomaat, maar die is momenteel buiten gebruik. In de bank wisselen we nog wat euros. Dat is een belevenis : bij de kassa zit het geld niet in een brandkast. De kassierster heeft op de grond rond haar stoel tientallen pakken roepies en ook nog veel losse bankbiljetten liggen. Ze berekent hoeveel roepies je krijgt voor jouw euros en ga je akkoord dan raapt ze links en rechts de benodigde biljetten bij elkaar. Een als gurka geklede bewaker houdt wel alles goed in het oog.
We gaan eten in een indisch restaurant nabij het vliegveld. Ondertussen is de wind verder aangewakkerd en het valt op dat er daarom hier in Jomson geen buitenterrasjes zijn.
De kortste weg naar Marfa is de jeeptrail volgen via Siyangi. Maar het jongere duo wil dew eg nemen aan de andere kant van de Kali Ghandaki. We spreken af dat we 's avonds in Marfa bijeenkomen in hotel Transhimalaya.
De jeeptrail na Jomson is heel stoffig en door de harde wind moeten we worstelen om vooruit te komen. Door het stof en de wolken zien we ook nauwelijks iets van de mooie bergen rondom en we zijn dan ook opgelucht wanneer we tegen drie uur Marfa binnenkomen. Het Transhimalaya hotel is het eerste hotel nabij de indrukwekkende mani wall. Het hotel moet ooit topklasse geweest zijn. Dat is duidelijk te zien aan de kwaliteit van het houtwerk en de afwerking ervan. Maar, zoals bij Dragon hotel in Kagbeni, is er veel aan vervanging toe. Het sanitair is versleten, de spoelbak doet het niet meer, deuren en ramen sluiten niet goed.
Een uurtje na ons is het jongere duo er ook. Ze hebben uiteindelijk een kortere alternatieve route genomen. Gelukkig maar want het wordt echt guur weer met sterke windstoten en nu en dan een regenvlaag. We willen voor het eten nog even naar Marfa lopen om het stadje te bekijken maar het is echt niet te doen. We keren na een paar honderd meter om en gaan terug naar het hotel.
In afwachting van het eten gaan we in de inkomhal zitten. Daar is er een soort serre waar het aangenaam warm is en er hangt ook een uitgesproken appelgeur. De streek rond Marfa is het centrum van de appelteelt in Nepal. De appels worden ontpit, in schijven gesneden en dan gedroogd. Dit gebeurt hier in het hotel in een serre naast de lobby.




DAG 17 (di 15 nov): Marfa - Larjung (2550 m)

Nog eens goed geslapen. De nachten zijn ook niet meer zo koud, maar het weer blijft wel grijs en bewolkt. We hopen wel dat we geen regen krijgen overdag.
Iets na acht uur vertrekken we en we nemen de weg door Marfa. Dit is zoals we ons de trek van 2001 herinneren. Alleen waren we dan 's middags in Marfa en was het zonnig weer. We passeren het huis waar de Japanse ontdekkingsreiziger Kawaguchi heeft verbleven in 1899. Dit was de eerste buitenlander die erin geslaagd is om in Nepal te reizen. Dat deed hij wel vermomd als Tibetaan. Nu zijn er plannen om in dit huis een museum te maken.
Wat verderop verlaten we de hoofdweg en gaan over een houten brug richting Chimang. Dit is weer eens een echt wandelpad zonder auto's. Bij CChairro passeren we een verlaten vluchtelingenkamp. Hier werden de Tibetanen opgevangen die uit Tibet gevlucht zijn na de Chinese inval in 1957. Nu zijn er werkzaamheden bezig om het centraal gebouw te restaureren, maar de betonnen woonbarakken verderop zijn gewoon ruïnes.
De weg naar Chimang loopt eerst door vlak landbouwgebied met veel fruitbomen en rijstvelden. Overal zijn er kanalen om de watertoevoer naar de velden te regelen. En dan is er plots een hele steile klim naar Chimang, een klein dorpje hoog tegen de bergwand. Dit is wellicht een van de weinige plaatsen waar er geen enkele voorziening voor toeristen is. Niemand die iets probeert te verkopen. Vreemd!
Het is zelfs niet mogelijk om hier een theetje te drinken en dus zijn we redelijk rap het dorp uit. De onstabiele weg die vermeld wordt in Lonely Planet is ondertussen wel vervangen door een jeeptrail. Halverwege de afdaling kan je rechtsaf de oude wandelweg nemen tot beneden bij een geïmproviseerde brug. Hier slaan we rechtsaf en tegen elf uur komen we aan een grote hangbrug over de Kali Ghandaki.
De korte weg naar Tukuche is via de brug, maar ons jongste duo wil een omweg maken via Chocopani. We spreken af om elkaar terug te zien in de High Plains Inn in Tukuche. Wij gaan de brug over en zijn een goed halfuur later al in Tukuche. De High Plains Inn ziet er net zo uit als tien jaar geleden. De inkom naar Tukuche is wel veranderd: de toegangspoort is herleid tot twee pilaren. Het middenstuk avn de chorten is verwijderd zodat vrachtwagens en bussen erdoor kunnen. Blijkbaar was het hier niet mogelijk om, zoals in Marfa, het verkeer rond het stadje te leiden.
Volgens de eigenares van de High Plains Inn heeft de aanleg van de weg niet veel goeds opgeleverd voor de toeristische industrie van Tukuche. Vroeger stopten de wandelaars om iets te eten of te kopen. Nu heb je bussen die de toeristen vlug van de ene naar de andere plaats brengen. Ze worden dan meestal ondergebracht in de nieuwe grote hotels. Zo krijgen de kleine lodges en restaurantjes onderweg veel minder klanten.
We drinken echte Douwe Egberts koffie en eten een schotel met gemengde salade. Een echte aanrader. Niet aleen indrukwekkend om te zien maar ook zeer lekker!
Intussen is ons jong duo ook aangekomen in Tukuche. Ze hebben ergens de afslag naar Chocopane gemist en zijn zo op een lagere weg terechtgekomen. Uiteindelijk zijn ze weer bij de hangbrug beland. Dat is maar goed ook, want het blijkt dat de volgende plaats waar je de Kali Ghandaki kunt oversteken nog een heel eind voorbij Tukuche is.
De middagpauze duurt zo tot kwart voor twee. We zijn nog maar een halfuur onderweg wanneer het begint te regenen. Het is geen plensbui maar een gezapig buitje dat blijft duren tot in Larjung, een klein dorpje met enkele kleine lodges. Wij kiezen voor de Ice Mountain View Lodge (100 NRS/kamer). Doordat de zon zo weinig geschenen heeft is er geen warm stromend water. Dus nog maar eens een emmerdouche. De badkamer en het toilet zijn heel proper. De muren zijn volledig betegeld en er is een Europees toilet. Het enig nadeel is dat alle deuren te laag zijn. Het avondeten is jammer genoeg veel te zout en als we gaan slapen regent het nog altijd.
In de keuken zag ik dat er er aan het plafond op enkele plaatsen een plastic zak gevuld met water opgehangen was. Dit dient om vliegende insecten uit de keuken te houden. Ze zeggen ook dat het echt werkt.



DAG 18 (woe 16 nov): Larjung - Ghasa

Tegen halfnegen gaan we op stap. De dag begint zonder zon en met mist en veel bewolking over de Kali Ghandaki. Maar dan komt de zon er plots toch door en ineens is het veel aangenamer wandelen. We stoppen zelfs om onze warme trui uit te trekken omdat het te warm wordt. Maar een uurtje later is het mooie liedje uit. Wanneer we Kokethanti bereiken is het allemaal opnieuw een troosteloze mistige bedoening. Tijd om onze jassen weer aan te trekken.
Iets voor elf uur stoppen we in Kalopani bij een van de laatste lodges van het dorp. In dit dorp wordt er gebouwd dat het een lieve lust is. Er komen heel wat grote lodges, waarschijnlijk voor de toekomstige bustoeristen. De middagpauze duurt weer anderhalf uur maar het eten is lekker met goeie frietjes bij de sandwichen en smakelijke spring rolls.
Het jonge duo neemt hier opnieuw een zijroute, terwijl wij de oude weg volgen. We komen bij de eerste lodges van Ghasa aan rond twee uur en besluiten hier bij een biertje te wachten. Amper een half uur later zijn we weer voltallig en kunnen we op stap richting Eagle's Nest House. Het vroegere hotelletje van 2001 is er nog wel, maar er is heel wat bijgebouwd en de kwaliteit is er erg op vooruit gegaan. We krijgen een propere grote kamer met badkamer met warm water op gas en deftige bedden met een echte matras en dat voor 500 NRS/kamer. In de tuin staan nog altijd de kleine boompjes met daaraan vruchten die op tomaten lijken. Dit zijn tamarillos of boomtomaten. Je ziet de tomatenboompjes hier regelmatig en de vruchten worden gebruikt in curry en chutney. De Nepalezen noemen de vrucht "ram bheda" of "rukh bheda" (rukh = boom).
Als avondeten kiezen we nog maar eens voor dal bhat en het is lekker, al zijn er niet veel linzen in de dal.



DAG 19 (do 17 nov): Ghasa - Tatopani

We volgen vandaag de wandelweg links van de Kali Ghandaki. Na een uurtje stappen komen we in Pairothala, een gehuchtje met een paar huizen, één lodge en één winkeltje. Dit is de grens van het district Mustang. Hierna komt er eerst een korte klim maar dan begint een lange afdaling en zo komen we een uur later in Kopchepani. Het weer is nog steeds niet schitterend maar de zon komt nu toch te voorschijn en het terrasje van het Bleu Sky Guesthouse ligt uitnodigend in de zon. Dus stoppen we hier voor een koffie en om wat van de warmte te genieten.
Om halfelf vertrekken we en het pad gaat anderhalf uur op en neer tot we de brug over de Kali Ghandaki oversteken en verder trekken richting Dana. We eten 's middags in de Annapurna Lodge omdat er zo'n mooie tuin is. De zon is intussen weer achter de wolken verdwenen. Na het eten volgen we de oude trekkersweg die ons door het dorp Dana leidt maar via een brug komen we algauw weer op de jeeptrail terecht. We slaan daarna linksaf op de wandelweg naar Kabin Lodge maar komen enkele kilometers verder toch weer op de jeeptrail en dat blijft zo tot Tatopani. Door de regen van de voorbije dagen is de weg volledig kapotgereden en het is een grote modderpoel.
We komen in Tatopani aan rond 3 uur. Tatopani betekent "warm water" en er zijn hier nabij de rivier enkele warmwaterbronnen waarvan het water in twee grote betonnen baden wordt opgevangen. Je kan tegen betaling van enkele roepies in het warm water gaan luieren.
Maar wij trekken eerst naar de Dhaulagiri Lodge en drinken er een pintje in de tuin. Deze lodge is in tien jaar nog niet veel veranderd, t.t.z. er is in al die jaren blijkbaar geen enkele roepie gespendeerd aan vernieuwing of aan onderhoud. Alles is nog hetzelfde, alleen tien jaar ouder! De kamers op de verdieping zijn echt ondermaats en we gaan dus verder zoeken.
Zo komen we in de Kamala Lodge. Deze is gebouwd in de tuin tegen de bergwand. Een ruime kamer met badkamer en warm water op gas kost hier 400 NRS. Het is wel een hele klim van het restaurant beneden aan de straat tot in de exotische tuin met veel bloemen en ook bananenbomen.
Het restaurant heeft enkele specialiteiten op het menu. Zo kan je hier regenboogforel krijgen maar voor 900 NRS is dat toch wel aan de dure kant. Ik kies voor kip op een speciale wijze: chicken Alukiev. Dat blijkt een goede keuze : 1/4de uitgebeende kip, gevuld met boschampignons en dan gepaneerd en gefrituurd. Daarbij komen nog groenten en frietjes.
Na een avondwandelingetje door Tatopani gaan we om halfacht slapen.



DAG 20 (vr 18 nov): Tatopani (rustdag)

Op grote hoogte was het normaal dat we tien uur en meer sliepen. Maar dat effect is hier duidelijk niet meer van toepassing. We zijn al heel vroeg wakker en we besluiten om vanaf nu wat langer aktief te blijven.
Vandaag is een rustdag. Onze enkels en knieën moeten dringend recupereren en in orde zijn voor de volgende etappes. Morgen gaat de tocht immers naar Ghorepani en dat is een klim van 1700 meter!
Tatopani bestaat eigenlijk uit een lange winkelstraat hoog boven de rivier tegen de bergwand aanleunend. We gaan de winkeltjes bekijken en kopen kleine bananen en mandarijnen. Bij een juwelenwinkeltje krijgt H. van de eigenares het aanbod om haar Croc sandalen te wisselen voor enkele juwelen. De ruil gaat door, alleen is het wel een hele tijd kiezen welke juweeltjes...
's Middags eten we in de Old Kamala. Hier kost een fles met 2 liter Coca Cola minder dan een grote pot thee. We drinken cola want we zijn ondertussen de thee toch een beetje beu. De bewolking is nu minder dicht en zo krijgen we toch zonnige perioden en dan is het lekker warm. Maar het blijft jammer genoeg te nevelig om een uitzicht te hebben op de toppen van de Himalaya. We rusten wat in de tuin onder de bananenbomen en lossen kruiswoordraadsels op. Dit is ook gelegenheid om wat kleren te wassen.
Om vier uur gaan we naar het andere eind van Tatopani naar het kleine Nilgiri restaurant. Daar is er Happy Hour. Je krijgt er een fles Ghorka bier met een schaal verse gepofte mais voor 220 NRS. Een buitenkans die we ons twee keer laten smaken. Daarna slenteren we terug naar onze kamer en onderweg koop ik nog een klein flesje Bagpiper whiskey. Bagpiper is een Indisch merk maar het wordt ook in Nepal zelf gedistilleerd. Volgens het etiket is dit de meest verkochte whiskey ter wereld. Niet dat dit een garantie is voor kwaliteit, maar ik wil toch wel een proeven. De smaak valt al bij al best mee. Voordat we gaan eten maken we met de whiskey en wat er overblijft van de cola een Cuba Libre als aperitief. Het avondeten is opnieuw heel lekker met de kip Alukiev voor H. en voor mij een cheeseburger. Om halfacht zitten we weeral in onze slaapzak en juist zoals gisteren slapen we wel rap in maar ik word al om halfdrie wakker. Daarna volgen alleen nog enkele korte dutjes tot we opstaan.



DAG 21 (zat 19 nov): Tatopani - Ghorepani (Poon Hill)

Om 7 uur is het ontbijt en daarna gaan we vlug op stap want we hebben vandaag een klim van 1700 meter af te werken. We komen algauw op de jeeptrail maar moeten vandaar nog even teruglopen voor de controlepost. Eerst volgen we de weg naast de rivier, slaan dan rechtsaf en gaan omhoog de trappen op. We komen zo voorbij het kruispunt waar de weg splitst: omhoog naar Ghorepani of laag blijven naar Beni. In 2001 was dit hier een druk centrum met winkeltjes en rustplaatsen voor dragers. Maar er blijft weinig van over: één gebouw, de resten van de stenen rustbank en de oude wegwijzer naar Beni die scheef en wat verloren naast de jeeptrail staat.

Hiernaast een foto van 2011
en daaronder ditzelfde kruispunt in 2001


We blijven twee uur klimmen, meestal via trappen maar ook met gedeelten aangelegde weg. Zo komen we in het gehucht Birauta-Ghara, waar we stoppen voor een theepauze alvorens verder te gaan naar Sikha.
Het gaat nu nog verder omhoog maar iets minder steil en er is ook al eens een vlak gedeelte van een paar honderd meter. Rechts heb je een mooi uitzicht op de toppen van de Damphus en van Annapurna Zuid, maar de Dhaulagiri die achter ons ligt blijft verstopt in de wolken. We komen om 12 uur aan bij het Sikha Travels Guesthouse en blijven hier rusten en eten. We zitten nu op een hoogte van 1935 meter. We schatten dat we nu ongeveer halfweg zijn en dus is het echt wel jammer dat het eten zo lang op zich laat wachten. We wachten en wachten en uiteindelijk kunnen we pas om halftwee terug op stap.
We stijgen nu constant verder en passeren nog enkele gehuchten die bij Sikha horen. Om drie uur zijn we in Phalate (2270 m) en om vier uur bij de eerste huizen van Chitre (2390 m). We stijgen, stijgen, stijgen met altijd rechts de top van Damphus als gezelschap. Later in de namiddag wordt het uitzicht op de berg extra mooi in het licht van de ondergaande zon. De avond nadert snel en we hebben geen enkel idee hoever we nog moeten klimmen. We zwoegen geduldig verder en hopen dat we bij de volgende top of achter de volgende bocht het stadje zullen zien. Eindelijk komen we om halfzes met de invallende duisternis, koud en moe in Ghorepani aan. Twintig minuten later is het donker maar dan zitten we al in de Fishtail Lodge met een biertje te bekomen van deze lastige etappe.
We zijn de enige logees en het duurt even voordat de kachel in de eetzaal een gezellige warmte verspreidt. Maar na een warme douche en lekker eten bestellen we nog enkele biertjes en blijven nog wat rond de kachel napraten. De zwaarste etappes zitten er nu op en we hebben daarbij niet veel moeilijkheden ondervonden, al was het vandaag wel lastig.



DAG 22 (zo 20 nov): Ghorepani (Poon Hill) - Ulleri

's Morgens worden we om vijf uur gewekt door het lawaai van de trekkers die vertrekken naar Poon Hill. Dat is nog een klim van 600 meter en het is heel koud. Dat moet je ervoor over hebben wanneer je hier de zonsopgang wil meemaken. Het is druk op de weg naar boven en rond zes uur zijn we nabij de top van Poon Hill (3150 m). Dan is het in de bittere kou wachten op de opkomende zon. Eerst zie je alleen schaduwen, dan wordt alles wat beter zichtbaar in een diffuus licht en een halfuurtje later krijg je de eerste zonnestralen op de toppen van de Annapurna, de Dhaulagiri, de Damphus, de Hinchuli, de Machepuchhare,... Mooi is het zeker. Alleen waren de gouden kleuren bij de zonsondergang gisterenavond precies iets mooier. Maar om 's avonds, na een lastige dag klimmen, nog eens 600 meter omhoog naar Poon Hill erbij te nemen zal voor de meeste trekkers toch wat te veel zijn.
Mijn suggestie is deze: ga vanuit Tatopani niet ineens door tot Ghorepani maar stop in Chitre. Dan kun je de volgende dag rustig naar Ghorepani klimmen en 's avonds tegen een uur of vier heb je zeker nog fut genoeg voor een klim naar Poon Hill. Daar kan je dan genieten van een onvergetelijke zonsondergang. En als die al zou tegenvallen of als je er echt niet genoeg van krijgt, dan kan je altijd 's morgens nog eens naar Poon Hill voor de zonsopgang.

Tegen zeven uur zijn we weer in de lodge en na het ontbijt vertrekken we voor de lange afdaling. Om negen uur zijn we de controlepost voorbij en om tien uur pauzeren we even in de zon. Nog een uur later zitten we met een cola op een terrasje en tegen de middag komen we in Bhantanti waar we eten met zicht op de Macchupuchhare (de Vissestaart berg). Er zit daar een groep Koreanen waarvan de vrouwen zich allemaal na het eten nog even schminken en dan kleden ze zich aan met jasjes, handschoenen, sjaaltjes, hoeden, zonnebril,... om hun huid zeker niet aan de zon bloot te stellen. Vijftig meter verderop zijn er nog wat resten over van het restaurantje waar we in 2001 ongelooflijk lekkere appel beignets hebben gegeten. Het uitzicht op de Fishtail peak is nog even mooi als toen maar van het huisje blijft bijna niets over.
Het is nu mooi zonnig weer en we dalen altijd maar verder richting Ulleri. Er zwoegen er heel veel Aziatische trekkers van beneden de berg op. Zij volgen de Annapurna Base Camp (ABC), de Sanctuary trek of de Poon Hill trek. De ABC trek is een trekking van 8 tot 15 dagen, vertrekkend vanuit Naya Pul en via Ghorepani naar ABC op 4150 meter hoogte.
We komen vroeg in de namiddag in Ulleri aan en we trekken in een lodge met een kamer met badkamer (200 NRS), een zonnig terras en mooi uitzicht op de toppen van Annapurna South en Hinchuli peak. We rusten lekker uit in de warme zon met een grote pot gemberthee en lossen wat kruiswoordraadsels op. Naarmate de middag vordert stoppen er meer trekkers bij de lodge.
Tegen de avond licht de Annapurna in een gouden gloed op in de ondergaande zon. Daarna wordt het snel koud en we gaan binnen eten in de nabijheid van een warme kachel.




DAG 23 (ma 21 nov): Ulleri - Naya Pul - Pokhara

Dit wordt de laatste dag stappen! We vertrekken al voor 9 uur en het is echt heel steil naar beneden. Zoals de vorige dag zijn er nu ook weer heel wat trekkers die bergop komen. We hebben de indruk dat deze kant nog net iets steiler is dan de weg van Tatopani naat Ghorepani. Dalen is toch iets gemakkelijker en zo komen we na anderhalf uur in Tikhedunga aan. Dit is een stadje middenin een landbouwgebied. Overal zijn er rijstvelden en de boeren zijn druk met de waterbuffels aan het ploegen of ze zijn bezig met de rijstoogst. De huizen zijn hier heel goed onderhoufden en geschilderd. De straat is hier goed geplaveid. Alles wijst erop dat dit hier een welvarende streek is.
Hier komen we weer regelmatig op jeeptrails, met nu en dan een afslag naar de oude wandelweg. Zo komen we in Birethanti aan rond halftwaalf en we nemen een pauze en eten wat. Dit wordt onze laatste stop op de trekking rond de Annapurna 2011. Tegen hlafeen gaan we verder voor de laatste etappe naar Naya Pul. Daar is dan de laatste controle van ACAP en we hebben ook nog een prachtig zicht op de Vissestaart piek.
Na de drukke, ongezellige, soms stinkende bazaar en zo we komen uiteindelijk op de grote weg. Hier nemen we een taxi. We betalen 1000 NRS voor de 40 km tot Pokhara. Dit is een van de belangrijkste wegen van Nepal, maar de weg ligt er voor het grootste deel heel slecht bij. De taxi moet voortdurend links/rechts diepe putten in het wegdek ontwijken en we doen een uur eerste 20 kilometer. Dichter bij Pokhara wordt het iets beter en zo komen we rond 3 uur aan in Pokhara - Lakeside. Het hotel Green Park is rustig gelegen en voor 10 EUR/kamer hebben we eindelijk weer een bed met propere lakens. Bij de receptie van het hotel regelen we een busticket naar Kathmandu voor morgen.




De laatste dagen in Kathmandu

Om rustig te trekken hebben we voor onderweg enkele snipperdagen voorzien. Zo hebben we in manang een dag langer verbleven dan voorzien en we hebben ook een extra rustdag ingelast in Tatopani.
We hebben nu nog 3 dagen over voordat we vertrekken. Dat kan gebruikt worden om nog wat cultuur op te snuiven, wat te winkelen en wat te rusten,... Zo gaan we in Kathmandu het voormalig koninklijk paleis bezoeken. Dat is wel groot en met veel kamers, maar die zijn niet overdreven luxueus. De slaapkamer van de koning is zelfs heel gewoontjes, al zijn de ramen dan wel voorzien van kogelwerend veiligheidsglas. In de tuin zijn er nog sporen van de schietpartij van 1 juni 2001. De kroonprins Dipendra schoot toen zijn vader koning Birendra, zijn moeder koningin Aysaria en nog 7 andere familieleden dood en pleegde zelfmoord.
Zo werd Gyanendra, Birendra's jongere broer, nu koning. Direct na zijn aantreden bleek dat koning Gyanendra zijn constitutionele rol te bescheiden vond. Hij begon zich actief te bemoeien met de politiek. In oktober 2002 nam koning Gyanendra zelf de leiding van de regering over. Zeven dagen later herstelde hij echter weer de democratie. Op 1 februari 2005, stuurde de koning de regeringsleider opnieuw naar huis en trok weer alle macht naar zich toe. Als reden voor zijn optreden noemde de koning het falen van de regering om met de maoïstische rebellen tot een vergelijk te komen. Hij beloofde echter de democratie binnen drie jaar te herstellen. Maar op 18 mei 2006 ontnam het parlement hem zijn gezag over het leger, zijn juridische immuniteit en zijn vrijstelling van het betalen van belasting. Volgens premier Koirala weerspiegelde deze uitspraak, die unaniem werd aangenomen, de stemming onder het volk. Gyanendra verloor ook zijn formele positie als staatshoofd. De term 'Zijner majesteits regering' werd vervangen door 'de Nepalese regering'. Na wekenlange straatprotesten trad de .
Eind 2007 werd beslist de monarchie af te schaffen en op 28 mei 2008 werd Nepal een republiek.

Iets dichter naar Thamel kan je terecht in de Gardens of Dreams, een ommuurde paleistuin. De tuin werd in de jaren 1920 ontworpen door Kishore Narshingh, een vooraanstaand Nepalese architect en hij was geïnspireerd door de Europese tuinarchitectuur met paviljoentjes, fonteinen, pergola's en veranda's. Dit was een private tuin bij het paleis van Veldmaarschalk Kaiser Sumsher Rana (1892-1964). Vanaf de jaren 1970 raakte de tuin in verval. De huidige Garden of Dreams is maar half zo groot als de originele landschapstuin van Kaiser Sumsher. Toch is deze oase van rust, zo dicht bij de chaos en drukte van Thamel, een bezoek waard.
Het jonge duo trekt ook een dag naar de oude hoofdstad Bhaktapur. Maar die hebben wij al in 2001 bezocht en we blijven in Kathmandu. Via kleine straatjes wandelen we tot aan Swayam Budnath (de apentempel). Onderweg komen we bij de Visnumati, een rivier die verderop in de Bagmati stroomt, een zijrivier van de Ganges en die daarom heilig is voor de hindoes. De rivierbedding ligt vol vuilniszakken en afval en het stinkt uren in de wind. Je zou meer respect verwachten voor een heilige rivier.


Uiteindelijk komt ook aan deze vakantie een einde. We vliegen eerst met de Boeing van Air India naar Delhi, vandaar met een andere Boeing naar Frankfurt en tenslotte met de Airbus van Lufthansa naar Brussel.